Kinderen vast in hokje!
‘We willen graag een hek om de speelplek’
Eén van de meest gehoorde wensen van ouders is een hek om de speelplek. Een hek maakt immers de speelplek veiliger, kinderen weten waar zij wel en niet mogen en kunnen spelen. Ze lopen niet zomaar de straat op. En natuurlijk het liefst ook een bankje erbij waar de ouders kunnen zitten. Maar is dat een hek echt de oplossing?
Toen ik buiten speelde was er geen hek om de speelplaats en ook geen bankje erbij. In eerste instantie zat mijn moeder gewoon op de zandbakrand en was er interactie tussen mij en mijn moeder; zij at al mijn zandtaartjes op, kocht heel mijn winkeltje leeg en zag de mooiste figuren in mijn bouwwerken. Zij had en nam de tijd voor mij. Ze was bij het spel betrokken en verloor mij tegelijk nooit uit het oog. Ik vraag mij af of de ouders van tegenwoordig veel zijn veranderd? Als ik het één-op-één vraag, dan herkent iedere ouder zich in de omschrijving van mijn moeder. Waarom dan die drang naar hekwerk? Waarom dan toch die hokjesgeest? Goede speelruimte voor kinderen is toch meer dan een verzameling toestellen met een hek er omheen?!
Voor de jongste zijn hierin toestellen belangrijk. Een wipkip is bijvoorbeeld een toestel waarin zij ontdekken dat zij een toestel (en zichzelf) in beweging kunnen brengen door je eigen gewicht te verplaatsen; het begin van de motorische ontwikkeling. Voor de jongste kinderen mogen toestellen geprogrammeerd zijn in doel en manier van gebruik. Een toestel is voor hen nog de basis om op te spelen; glijbaan, speelhuisje, zandbak. Naar mate kinderen ouder worden zijn ze al gouw uitgekeken op een veerelement zoals een wipkip, maar dit wil niet zeggen dat deze te weinig prikkelend en uitdagend is. Je moet het bekijken vanuit de doelgroep. Hoe ouder de doelgroep, hoe minder het toestel geprogrammeerd moet zijn. Zo worden kinderen uitgedaagd om zelf te ontdekken hoe ze het toestel kunnen gebruiken. Voor hen vormt een toestel onderdeel van een groter spel. Het toestel wordt een verzamelplaats om vervolgens uit te waaien. De stoep, het grasveld, de straat, de struiken, de (klim)boom; kinderen betrekken de omgeving bij hun spel. Waarom willen wij dit allemaal afsluiten met een hek?
Persoonlijk denk ik dat goede (openbare)speelruimte bestaat uit een combinatie van toestellen, aanleidingen en andere prikkels in een omgeving die kinderen bij hun spel kunnen betrekken. Er moet iets te beleven zijn en uitdaging in zitten. Het gaat om de formele speelplek die over gaat in de informele speelruimte er omheen. Geen hokjes, geen hekjes maar vrijheid om uit te vliegen, om op ontdekkingstocht te gaan.
Een ouderwetse strook beplanting is misschien wel de oplossing; voor de jongste kinderen defensief genoeg om niet zomaar de speelplek af te lopen. Voor oudere kinderen de plek waarin zij hun speelruimte kunnen uitbreiden voor bijvoorbeeld tikkertje, verstoppertje enzovoort.
Nee, voor mij geen hokjesgeest, voor mij geen hekwerk. Stop dat geld liever in een extra speeltoestel of leuke speelprikkels.